lodgepole grenen

El lodgepole grenen Het is een van de coniferen die we in Noord-Amerika kunnen vinden, en het is een van mijn favorieten, als ik het mag zeggen. Het heeft een houding en elegantie die vergelijkbaar is met die van Japanse dennen, zoals Pinus parviflora bijvoorbeeld.

Het is natuurlijk geen boom die in elk type tuin kan staan, want hij is imposant en zijn wortels hebben, net als die van zijn broers, veel ruimte nodig om zich te kunnen ontwikkelen. Toch, nuttig om te weten.

Oorsprong en kenmerken

Onze hoofdrolspeler is een groenblijvende boom waarvan de wetenschappelijke naam is lodgepole grenen, hoewel het in de volksmond op zijn plaats van oorsprong bekend staat als lodgepole. Het is inheems in Noord-Amerika, waar het groeit in het westen van het continent. Hij kan een hoogte bereiken van 30 tot 40 meter, maar het is normaal dat hij lager staat. De naalden, de bladeren van de Pinaceae, zijn 3 tot 7 cm lang en komen in groepjes van twee naar buiten. De kegels of kegels zijn ook 3 tot 7 cm lang en hebben doornige schubben die vaak warmte nodig hebben (zoals die bij een bosbrand) om te openen en de zaden vrij te geven.

In Nieuw-Zeeland is het een invasieve soort. Integendeel, in Noorwegen en Zweden wordt het aangeplant voor gebruik in de bosbouw.

Wat zijn hun zorgen?

Als u een kopie wilt hebben, raden wij u aan de volgende zorg te verlenen:

• Plaats: vanwege zijn eigenschappen moet hij niet alleen buiten in de volle zon staan, maar ook op minimaal tien meter afstand van leidingen, muren etc. geplant worden.
• Land: groeit in alle bodemsoorten, maar geeft de voorkeur aan die met goede afwatering.
• irrigatie: 3-4 keer in de zomer en iets minder de rest van het jaar.
• Abonnee: van het vroege voorjaar tot de late zomer met ecologische meststoffen, eens per maand.
• Vermenigvuldiging: door zaden in lente-zomer.
• Landelijkheid: bestand tegen kou tot -18ºC.

Wat vond je van de lodgepole grenen?