In het veld kunnen we veel planten vinden die blijkbaar geen nut hoeven te hebben, maar als we ze gaan onderzoeken verrassen ze ons meestal. Een daarvan is de lactuca serriola, wat een zeer nuttig kruid is bij het koken en in de natuurgeneeskunde.
Dus als je er meer over wilt weten, zijn kenmerken en natuurlijk alle toepassingen, lees dan zeker.
Oorsprong en kenmerken
Onze hoofdpersoon is een eenjarig of tweejaarlijks kruid wiens wetenschappelijke naam is lactuca serriolaHoewel het in de volksmond bekend staat als witlof, stekelige sla, bezem, koeien tong of vogelpoot. Het is inheems in het Middellandse Zeegebied, maar is over de hele wereld geïntroduceerd. We vinden het op de wegen en paden, droge oevers, duinen en in de openingen.
Hij wordt tussen de 5 en 20 cm hoog, en vormt rozetten van stijve en stekelige bladeren, de onderste ovaal-langwerpig en de bovenste minder gelobd. De bloemen verschijnen gegroepeerd in lichtgele hoofdstukken met een diameter van 1 tot 1,5 cm en de vrucht is een dopvrucht. Hij bloeit tijdens het zomerseizoen.
Welke toepassingen heeft het?
La lactuca serriola het heeft culinaire en medicinale toepassingen.
Culinair
De bladeren worden in salades gegeten, hoewel je moet weten dat ze een bittere smaak hebben. De jongste kan rauw of gekookt gegeten worden.
Medicinaal
Het is ongetwijfeld het meest wijdverbreide gebruik. In het oude Griekenland tot op de dag van vandaag met zijn sap werden oogzweren behandeld, gevallen waarin de persoon niet normaal kon plassen en om het seksuele verlangen te ontspannen.
Wat vond je van dit kruid? Nu zul je het zeker met andere ogen zien, toch? En het is dat we ons niet moeten laten leiden door schijn, omdat ze ons soms bedriegen 😉.